Drie hilarische kortfilms uit Chaplins periode bij First National, helemaal in het begin van zijn carrière, waaronder het sprankelende ‘The Kid’, waarin kindsterretje Jackie Coogan ‘de kid’ onsterfelijk maakte.

A Day’s Pleasure (18 min, 1919)
Charlie, zijn vrouw en zijn twee zoontjes vertrekken met hun gammele Ford naar de kust. Vol verwachting schepen ze in op een plezierboot voor een dagje uit. Een woeste zee, vervelende medepassagiers en een truck vol teer doorkruisen de plannen.
Chaplin speelt hier niet zijn gebruikelijke vagebondtypetje, maar een brave huisvader uit de middenklasse en onthield zich van elke vorm van sociale commentaar en satire.

The Kid (47 min, 1921)
Charlie de zwerver ontfermt zich over een vondeling. Hij voedt de jongen op, leert hem zijn plan te trekken en toont hem hoe je ontsnapt aan de arm van de wet. Op een dag wordt het onafscheidelijke duo toch uit elkaar gehaald door de autoriteiten. Dit melodrama met perfecte balans tussen sentimentaliteit, poëzie en slapstick was het eerste ‘lange’ project van Chaplin.

The Pilgrim (41 min, 1923)
Chaplin is ontsnapt uit de gevangenis en de politie zit hem op de hielen. Om uit hun handen te blijven, steelt Charlie kleren van een geestelijke. Wanneer zijn vlucht hem naar het gehucht ‘Devil’s Gulch’ voert, menen de inwoners oprecht dat Charlie Eerwaarde Pin is, de nieuwe pastoor van hun congregatie. Charlie van zijn kant doet zijn uiterste best om hun lichtgelovigheid te voeden. Deze scherpe satire op het Angelsaksische puritanisme verwekte in protestantse kringen een storm van verontwaardiging die Chaplin bijna zijn positie in de filmwereld kostte.