De jonge Maria is een postulante in een klooster in Salzburg. Door haar voorliefde voor zingen en huppelen door de Alpse Bergen, is ze vaker niet met haar hoofd bij het religieuze leven dan wel. Maria wordt door haar moeder overste naar de Familie Von Trapp gestuurd om gouvernante te worden. Voor Maria wordt het al snel duidelijk dat sinds de dood van de moeder, Kapitein Von Trapp zijn kinderen met harde hand opvoedt. Zijn zeven kinderen rebelleren daartegen door het leven van de verschillende gouvernantes een ware hel te maken. Maria laat zich niet kisten door de kwajongenstreken van de kinderen en wint hun vertrouwen door muziek en plezier te herintroduceren in het gezinsleven van de familie Von Trapp.